Wanneer is er sprake van detachering?

Dit is vervoer tussen twee punten binnen de grenzen van één EU-land, uitgevoerd door een transportbedrijf dat is gevestigd in een ander EU-land. Bij cabotage is er altijd sprake van detachering. Cabotagevervoer is beperkt toegestaan. Cabotagevervoer in en door landen buiten de EU is verboden.

Voorbeeld: een chauffeur is in dienst van een transportbedrijf gevestigd in Duitsland. Hij laadt een partij goederen in Groningen in na een internationaal transport vanuit Duitsland naar Nederland. Hij lost deze lading in Breda. Deze rit vindt volledig plaats binnen Nederland.

Dit is vervoer tussen twee EU-landen, maar uitgevoerd door een transportbedrijf dat niet in één van de twee landen gevestigd is.

Voorbeeld: Een chauffeur in dienst van een transportbedrijf gevestigd in Tsjechië, vervoert een lading goederen van Frankrijk naar Venlo in Nederland. De chauffeur is gedetacheerd voor het deel van de rit die hij in Nederland rijdt. Hij heeft voor dat deel van de rit recht op bepaalde Nederlandse arbeidsvoorwaarden, zoals wettelijk of cao-loon.  

Dit is het vervoer tussen het land van vestiging van het transportbedrijf en een ander EU-land. Hierbij laadt de chauffeur goederen in het land van vestiging en lost goederen in het land van bestemming, en andersom.

Voorbeeld: Een chauffeur in dienst van een Frans transportbedrijf laadt goederen in Frankrijk en lost ze in Nederland. Dan laadt hij in Nederland en rijdt terug naar Frankrijk, waar hij de goederen lost.

Bij bilateraal vervoer zijn één of meerdere extra laad- en losactiviteiten toegestaan tijdens de rit. Vrijstelling betekent dat er geen sprake is van detachering en u zich niet hoeft te melden. Lees hieronder de twee situaties waarin sprake is van vrijstelling.

Vrijstellingen

Situatie 1. Een chauffeur voert een bilaterale rit uit vanuit het land van vestiging van zijn transportbedrijf naar Nederland. Op de heenweg mag hij op weg naar Nederland één keer goederen laden en/of lossen in de landen waar hij door heen rijdt. Dit mag vervolgens nog één keer op de terugweg. De voorwaarde is dat er niet in hetzelfde land wordt geladen én gelost.

Voorbeeld: Een Franse chauffeur laadt in Frankrijk en lost in Nederland. Op de heenweg naar Nederland haalt hij ook een paar pallets op in Luxemburg en lost deze in België. Op de terugweg van Nederland naar Frankrijk haalt hij opnieuw pallets op in België en lost deze in Frankrijk.
 

Situatie 2. Een chauffeur voert een bilaterale rit uit vanuit het land van vestiging van zijn transportbedrijf naar Nederland. Op de heenweg laadt en/of lost hij niet in de landen die hij doorkruist. Dan mag hij op de terugweg twee keer laden en of lossen in de landen die hij doorkruist. Andersom is ook mogelijk, twee keer laden en/of lossen op de terugweg en niet op de heenweg. De voorwaarde is dat er niet in hetzelfde land wordt geladen én gelost.

Voorbeeld: Een Franse chauffeur laadt in Frankrijk en lost in Nederland. Op de heenweg naar Nederland haalt hij ook een pallet op in Luxemburg en lost deze in België. In België neemt hij weer een pallet mee, dat hij vervolgens lost in Nederland voordat hij doorrijdt naar zijn eindbestemming in Nederland. Op de terugweg van Nederland naar Frankrijk mag hij nu niet extra laden en/of lossen.

Hierbij wordt een EU-land of derde land doorkruist zonder dat de chauffeur er laadt of lost. Bij transitovervoer is er geen sprake van als detachering.